Vanaf 1 januari 2019 treedt het Vlaams Woninghuurdecreet in voege. Het is van toepassing op alle sindsdien afgesloten huurcontracten.
We zetten enkele belangrijke punten op een rij :
Huurovereenkomsten van negen jaar blijven de regel en ook de prijsbepaling blijft vrij.
Kortlopende huurovereenkomsten (gelijk aan of korter dan drie jaar) blijven mogelijk. Kortlopende contracten kunnen door de huurder op elk tijdstip worden beëindigd, tenminste als hij een opzeggingstermijn van drie maanden naleeft.Afhankelijk van het jaar waarin de huur eindigt, is een vergoeding van anderhalve, volledige of halve maand huur verschuldigd.
De huurwaarborg die maximaal kan worden gevraagd voor huurovereenkomsten die gelden als hoofdverblijfplaats, wordt opgetrokken van twee naar drie maanden huur.
De bepalingen rond studentenhuur gelden in geval de bewoner, en niet de huurder, een student is. De huurwaarborg mag maximaal de waarde hebben van twee maanden huur. De huurprijs zelf moet tevens alle kosten en lasten bevatten, uitgezonderdhet verbruik van energie, water en telecommunicatie en de belasting op tweede verblijven.
Ook rond medehuur zijn er specifieke bepalingen. Benieuwd naar de verdere details van de huurwetgeving(en)? Bekijk dan zeker de uitgebreide vergelijking van de drie regionale huurwetgevingen op de BIV-website.
Met het besluit rond de huurwaarborglening kunnen inkomenszwakke huurders een anonieme en renteloze huurwaarborglening aangaan. Het bedrag van de huurwaarborglening wordt begrensd op max. 1.800 euro. Deze lening werd uitgewerkt zodatde verhoging van de maximale huurwaarborg van twee naar drie maanden financieel zwakke huurders niet zou uitsluiten.
Een ander uitvoeringsbesluit bevat o.a. de richtinggevende lijst van kleine herstellingen, een niet-limitatieve lijst van kosten en lasten die aan de huurder of verhuurder kunnen worden aangerekend.
Huurcontracten die tot en met 31 december 2018 werden afgesloten, blijven onder de (oude) federale Woninghuurwet vallen. Doorslaggevend criterium is de datum van afsluiting/ondertekening en niet de aanvang van de overeenkomst. Hetis dus niet relevant wanneer het huurcontract effectief start. In de praktijk komt het immers voor dat de datum van ondertekening van het huurcontract verschilt van de datum waarop het contract aanvangt.
Zo kunnen we drie gevallen onderscheiden:
► Het huurcontract werd voor 1 januari 2019 ondertekend en ging voor 1 januari 2019 van start: federale Woninghuurwet
► Het huurcontract werd voor 1 januari 2019 ondertekend en gaat na 1 januari 2019 van start: federale Woninghuurwet
► Het huurcontract wordt vanaf 1 januari 2019 ondertekend: Vlaams Woninghuurdecreet
https://www.wonenvlaanderen.be/nieuws/vlaams-woninghuurdecreet-vanaf-1-januari-2019